Veel bestemmingen lenen zich prima voor een vakantie van één dag.

De highlights van Brussel

Als mensen het over een stedentrip naar België hebben dan zijn het vooral de steden Antwerpen, Brugge en Gent die genoemd worden. Als ik naar de bezoekersstatistieken van mijn verschillende websites bekijk dan zie ik die voorkeur voor deze drie steden duidelijk terug. Hoofdstad Brussel lijkt een stuk minder populair te zijn. En dat verbaast mij enigszins. Brussel heeft minstens net zoveel te bieden en uit eigen ervaring kan ik zeggen dat deze centraal in België gelegen stad echt de moeite waard is. Qua afstand ligt Brussel voor veel Nederlanders niet ongunstiger dan Gent of Brugge. Dus waarom dan niet naar Brussel?

Wat eigenlijk vooral opvallend is, is dat de mindere belangstelling vanuit Nederland voor Brussel geheel tegen de internationale trends in is. Brussel doet het onder internationale bezoekers erg goed, hoewel er wel eerlijkheidshalve gezegd moet worden dat redelijk wat van de mensen die naar Brussel komen onder de categorie ‘zakenreizigers’ gerekend mogen worden.

Ik ga vandaag op pad om jullie als lezers te enthousiasmeren voor een stedentrip naar Brussel. Ik doe dit als dagtrip en blijf dus niet overnachten. Dat betekent op tijd uit de veren om richting Brussel te reizen. Het belooft een mooie dag te worden. Het zonnetje rijst bij zonsopkomst op boven de bomen. De verwachtingen voor deze augustusdag zijn prima: veel zon en een voorspelde maximumtemperatuur van 24 graden. Prima omstandigheden voor een stedentrip naar Brussel!

07:18 uur – met de trein naar Brussel

Brussel is een stad met veel mobiliteitsproblemen. Zowel de toegang tot de stad als de wegen binnen Brussel zijn niet berekend op de hoeveelheid verkeer die tegenwoordig rondrijdt in en rond de stad. De trein is daardoor een veel beter alternatief voor de auto. Omdat de Nederlandsche Spoorwegen vorig jaar de rechtstreekse treinrit tussen Roosendaal en Brussel opgeheven heeft, is het voor mij sneller en voordeliger om vanaf Essen te vertrekken.

Het treinstation van dit grensdorp ligt op ongeveer een kwartier rijden van mijn woonhuis en parkeren is daar gratis. In ongeveer een uur en een kwartier kan ik vanuit Essen naar treinstation Brussel Centraal reizen. In totaal ben ik dus iets meer dan anderhalf uur onderweg met de trein. Dat is iets dat me met de auto nooit zal lukken tijdens de spits.

Een retourticket met de trein kost mij 23 euro. Een dag parkeren in het centrum van Brussel is in de meeste gevallen duurder dan een treinticket. Ga je met de auto, dan komen daar je brandstofkosten nog bovenop. Voor mij als alleenreiziger is de trein dus ook nog voordeliger dan met de auto naar Brussel reizen.

Als je vanuit Nederland een treinticket naar Brussel wilt boeken, dan kun je dat doen via www.nsinternational.nl

De trein tussen Essen en Brussel rijdt overigens alleen maar doordeweeks. In het weekeinde zou ik eerst het boemeltreintje vanuit Roosendaal of Essen moeten nemen en dan op Antwerpen Centraal over moeten stappen.

08:41 uur – aankomst in Brussel

Ik ben gearriveerd in Brussel, op station Brussel-Centraal om precies te zijn. Stipt op tijd stopt de trein aan het perron. Ik ga met de stroom forensen mee naar de uitgang. Eenmaal buiten sta ik praktisch in het hart van Brussel. Het is slechts een paar honderd meter lopen tot een de Grote Markt.

08:50 uur – Kunstberg

Ik begin mijn dag in Brussel op de Kunstberg. Hier zie je in één blik eigenlijk een beetje hoe Brussel er uit ziet: een enorme mix van bouwstijlen die verschillende tijdperken weergeven. Omdat je op een iets hoger gelegen punt staat heb je een mooi uitzicht over het stukje van de stad. In een blik zie je een fraai stadspark, typisch Vlaamse gevels, een gotische klokkentoren, moderne architectuur aan je rechterhand en in de verte de koepel van de Basiliek van Koekelberg, die tot de vijf grootste kerken ter wereld behoort. Niet voor niets dat ik een soortgelijk plaatje ook gebruikt heb als hoofdfoto voor mijn site Brussel voor beginners.

09:10 uur – Koninklijke wijk

Direct achter de Kunstberg begint de Koninklijke wijk. Hier laat de grandeur van Brussel zich van zijn beste kant zien. Brede straten, grote pleinen en de mooiste architectuur van Brussel zitten hier verenigd. Zo is Old England een zeer mooi voorbeeld van jugendstil en laat het iets verderop gelegen Koninklijk Paleis zien hoe neoclassicisme vertegenwoordigd is in Brussel. Wat daar helemaal opvalt is de enorm brede straat voor het paleis. Daar zou je gerust 8 auto’s breed kunnen rijden.

Volgens mij is het paleis deze maand open voor het publiek. Of ik daar daadwerkelijk gebruik van ga maken, weet ik nog niet. Er is zoveel te zien en te doen in Brussel dat ik keuzes zou moeten maken.

Koninklijk Paleis

09:35 uur – Zavel

In oostelijke richting wandelend ben ik in de wijk Zavel terechtgekomen. De oorsprong van deze historische wijk ligt in het begin van de veertiende eeuw. Het kruisboogschuttersgilde kocht het terrein toen van het Sint-Jansgasthuis en bouwde er een kerk. De wijk begon pas in de vijftiende en zestiende eeuw vorm te krijgen toen vooral edellieden zich hier gingen vestigen.

Zavel

De eerste plek die ik hier bezoek is Kleine Zavel. Dit is een plein dat gelegen is op het hoogste punt van de wijk. Het centrale deel van Kleine Zavel bestaat uit een romantisch parkje waarin er naast groen verschillende beeldhouwwerken te zien zijn. De meeste beelden staan rond de vijver met fontein, waarin een standbeeld van Egmont en Hoorn verwerkt is.

Het is heerlijk rustig in het park. Wat een prachtig plekje is dit om te genieten van groen en rust. Dit is het bewijs dat een stadspark niet groot hoeft te zijn om groots te zijn.

Aan de noordwestelijke kant van Kleine Zavel staat de Zavelkerk. De zonnestralen beschijnen de gotische stijlelementen die duidelijk herkenbaar zijn aan de buitenkant. Ik wil eventjes een kijkje in de Onze-Lieve-Vrouw-ten-Zavelkerk zoals deze vijftiende eeuwse kerk voluit heet, maar helaas zijn de deuren nog gesloten. Aan de kerk heeft men bijna anderhalve eeuw gebouwd. Men begon in 1400 en pas in 1549 was men klaar.

Geen rondje door de kerk dus, maar lekker verder Zavel ontdekken. Wat is mij wandelend door Zavel opvalt is dat je hier toch wel de leukere winkels en restaurants aantreft. Wie op zoek is naar kunst, leuke meubels of andere snuisterijen die moet zeker in Zavel gaan winkelen. Ik heb daar nu geen behoefte aan en ook geen tijd voor. Er is zoveel te ontdekken in Brussel.

10:00 uur – Poelaertplein

Dat Brussel op heuvels gebouwd is wordt zeer goed zichtbaar op het Poelaertplein. Op het moment dat ik op dit ruim opgezette plein terechtkom, heb ik ineens een weids uitzicht over de stad Brussel. Hier is goed zichtbaar dat dit plein een stuk hoger ligt dan groot deel van het centrum van de stad. Omdat er tussen de rand van het plein en de lager gelegen binnenstad meerdere panden staan, is het vrij lastig om een goede panoramische foto te maken als je dat zou willen.

Links van mij zie ik een opvallend bouwwerk. Het is de Lift van de Marollen. Deze lift verbindt de lager gelegen wijk Marollen met het Poelaertplein. Voetgangers en fietsers kunnen op deze manier gemakkelijk het hoogteverschil van twintig meter overbruggen.

Lift van de Marollen

Aan het plein staat een enorm bouwwerk in de steigers: dit is het Justitiepaleis. Men is kennelijk met een grootscheepse opknapbeurt bezig. Met de rijkelijk versierde koepel zijn ze al klaar. Het goud op de koepel blinkt mooi door het zonlicht.

10:20 uur – Villo

Vanaf het automatische fietstation leen ik een stadsfiets. Dat gaat wat minder soepel dan ik gehoopt had. De avond voor vertrek heb ik de Villo-app gedownload uit de App Store en deze geïnstalleerd op mijn iPhone. Ook heb ik een dagabonnement gekocht die vandaag om 8:00 uur ingegaan moet zijn. Op het moment dat ik een fiets wil laten vrijgeven, zegt de app iedere keer dat ik eerst een ‘plan’ moet kiezen. Dat is Vlaams voor abonnementsvorm. Uiteindelijk geef ik het op en sluit via de app een nieuw dagabonnement af voor € 1,60. In dit geval ben ik dus € 3,20 kwijt, omdat ik het andere dagabonnement niet kan gebruiken. Jammer, maar voor dit soort kleine bedragen ga ik niet moeilijk doen.

Villo

Met de fiets neem ik de lift naar beneden om eerst de wijk Marollen op de fiets te ontdekken. De Marollen is een leuke wijk waar altijd wel wat te beleven valt. Het is van oorsprong een echte volksbuurt. De laatste jaren is de buurt getransformeerd tot een hippe wijk die ook voor toeristen de moeite waard is. Denk aan leuke boetiekjes, kunstgalerijen en authentieke cafés. Ik laat de Marollen vandaag voor wat het is. Ik fiets er doorheen zodat ik nog wel een beeld heb van de buurt.

Marollen

Dat fietsen in Brussel valt niet mee. De straten bestaan hier uit kinderkopjes ofwel kasseien. Die liggen niet altijd even strak verwerkt in de weg. De combinatie van het wegdek en het ontbreken van vering in de leenfiets zorgen voor een oncomfortabele fietsrit. Al snel trek ik de conclusie dat fietsen in Brussel niet ideaal is. Dit blijkt later op de dag een voorbarige gedachte zijn. Het speelt nu mee dat het uitnemen van de fiets op het fietsstation ook al niet soepel verliep.

kinderkopjes

10:40 uur – multicultureel Brussel

Op een gegeven moment rijd ik op de Stalingradlaan. Hiermee kom ik de multiculturele zone van het centrum van Brussel binnen. Het is net of ik België verlaten heb en een reis over de wereld maak: Marokkaanse reisbureau’s, Libische restaurants, Chinese winkeltjes en volop Lebara lichtbakken boven de winkels. Dit is het deel waar vooral migranten wonen, werken en hun winkels hebben. Dit is mede wat Brussel zo leuk maakt: de diversiteit van de stad. Als je wilt kun je hier genieten van Marokkaanse thee of lekkernijen uit andere delen van de wereld. Voor nu fiets ik door, maar normaliter kom ik hier geregeld om van exotische gerechten en drankjes te genieten.

multicultureel Brussel

10:50 uur – fiets ingeleverd

Met Villo kun je telkens maximaal 30 minuten fietsen zonder bijkomende kosten. Als echte Nederlander probeer ik binnen dat half uur te blijven om 50 cent uit te sparen. Na 28 minuten fietsen zet ik mijn leenfiets weg bij het Bloemenhof. Dit is vlak bij de historische binnenstad. Van hieraf vervolg ik mijn tocht te voet.

Op het Sint-Goriksplein zie ik een bijzondere muurschildering zoals je ze in Brussel wel meer aan kunt treffen. Het zijn stripfiguren, in dit geval van de Belgische strip ‘Nero’. De volledige titel van de Nero-strip is ‘De avonturen van Nero & Co. Het is een bedenksel van de Vlaamse striptekenaar Marc Slee, die bijna drie jaar geleden overleden is. De strip heeft ruim een halve eeuw in Vlaamse kranten gestaan.

muurschildering

De Brusselse stripwandeling is een route die je op dit moment langs zestig stripmuren leidt. Met deze wandschilderingen laat de stad Brussel zijn verbintenis zien met het fenomeen ‘strips’. België heeft veel goede striptekenaars voortgebracht en de liefde voor het stripverhaal zit diep ingebakken in de Belgische cultuur. Op de muren kun je stripfiguren zoals de Smurfen, Leonardo, Robbedoes, Guust Flater, Kuifje, Asterix, Lucky Luke en Suske & Wiske ontdekken. Bij de Dienst Toerisme kun je de wandeling als gids aanschaffen tegen betaling van € 2,50. Een app met deze wandeling bestaat helaas nog niet.

Sint-Gorikshallen

Meteen daarna kom ik terecht in de Sint-Gorikshallen. Deze voormalige overdekte markthalen hebben tegenwoordig een evenementen- en horecafunctie. Bezoekers zijn er nog niet en het personeel is nog met spullen aan het schuiven. Het is nu nog te vroeg om hier te gaan zitten. Ik kan me wel goed voorstellen hoe gezellig het hier later op de dag kan zijn. Buiten staan tal van leuke terrasjes opgesteld. Hier zitten al wat meer mensen, maar ook hier geldt dat het nog vrij vroeg is.

terrasjes

11:20 uur – Manneken Pis

Na een klein half uurtje lopen zien ik in een nis de meest bekende Brusselaar: Manneken Pis. Dit beeld van een plassend jongetje is een icoon van de stad. Bijna geen enkele toerist slaat een bezoek aan Manneken Pis over. Dat is goed te zien op het moment dat ik hier arriveer. Vanuit de betrekkelijke rust ben ik ineens middenin het toerisme terecht gekomen. Het manneke trekt veel bekijks. Veel mensen willen met het beeldje op de foto. Voor mij hoeft dat niet.

Manneken Pis met omstanders

Het standbeeldje stamt uit het jaar 1619 en is gemaakt door Hiëronymus Duquesnoy de Oudere. Het is niet de enige Manneken Pis in België. Ook in Koksijde, Geraardsbergen, Westmeerbeek en Broksele kun je soortgelijke beeldjes aanschouwen.

Manneken Pis

11:30 uur – verse wafel

In de Stoofstraat barst het van de toeristische winkels. Denk hierbij aan souvenirs, Belgische chocolade en natuurlijk wafels. Dit is één van de best verkopende lekkernijen van de stad. Het zijn overigens niet de rechthoekige luchtige Brusselse wafels die volop over de toonbank gaan, maar de gesuikerde ongelijk gevormde Luikse wafels.

Ik wil eerst voor de Brusselse wafel gaan, maar ga toch voor de vers gebakken Luikse wafel. Dat schijnt merkwaardig genoeg veruit de best verkochte wafel te zijn in Brussel. Ik betaal twee euro voor de zoete snack. Je kunt de wafels ook met allerlei leuke toppings krijgen. Voor mij hoeft dat niet. Ik eet de wafel uit het vuistje op.

verse wafel

11:50 uur – Grote Markt

Tegen het middaguur arriveer ik op het mooiste plein van Brussel: de Grote Markt of Grand-Place zoals ze op z’n Frans zeggen. Het autovrije plein wordt omringd door de meest mooie gebouwen die Brussel kent. De twee meest opvallende gebouwen zijn het stadhuis met zijn belfort en het Broodhuis. Het gotische stadhuis stamt uit het begin van de vijftiende eeuw. Tijdens het bombardement op Brussel in augustus 1695 werd het stadhuis zwaar beschadigd, waarna wederopbouw nodig was. Hetzelfde geldt voor de prachtige gildehuizen die rond de Grote Markt staan.

Grote Markt

Het huidige Broodhuis is veel minder oud dan de rest van de gebouwen. In de dertiende eeuw stond hier een houten constructie van waaruit de bakkers hun brood verkochten. Begin vijftiende eeuw werd dit vervangen door een stenen gebouw. Na de brand die ontstond tijdens het bombardement door de Fransen in 1695 is het Broodhuis nooit goed gerestaureerd. In de jaren zestig van de negentiende eeuw werd het pand tegen de vlakte gegooid en werd er een nieuw Broodhuis gebouwd in neogotische stijl.

Grote Markt met Broodhuis

12:10 uur – Museum van de Stad

In het Broodhuis is het stadsmuseum van Brussel gevestigd. Hier leer je alles over het ontstaan en de ontwikkeling van Brussel. De entree bedraagt 8 euro. Ik hoef echter niets te betalen, want ik heb via internet de Brussels Card aangeschaft. Deze stadspas geeft mij gedurende 24 uur recht op gratis toegang tot meer dan 40 musea, gratis gebruik van openbaar vervoer binnen de stad en korting op restaurants, winkels en attracties.

De eerste verdieping vind ik het meest interessant. Hier kun je door middel van stadsplattegronden, maquettes en schilderijen goed zien hoe Brussel er in andere tijden uitzag en hoe de stad zich ontwikkeld heeft tot de hedendaagse metropool.

Museum van de Stad

Op de tweede verdieping staat het originele beeld van Manneken Pis. Het drukbezochte standbeeld op de hoek van de Stoofstraat en de Eikstraat is een replica. In de zaal wordt de historie van het beroemde beeldje uitgelegd. Ook kun je een aantal interpretaties van kunstenaars op Manneken Pis zien.

Manneken Pis

geschiedenis van Manneken Pis

12:45 uur – Koninklijke St. Hubertusgalerijen

In de negentiende eeuw barste het in de grote West-Europese steden van de overdekte winkelpassages. Een groot deel daarvan is inmiddels uit het straatbeeld verdwenen. Stadsvernieuwingen hebben er vaak voor gezorgd dat passages gesloopt werden. In Brussel is er eentje die je nog in alle glorie kunt bewonderen: de Koninklijke St. Hubertusgalerijen. Het is niet de enige overdekte winkelgalerij in Brussel. Ook de Passage du Nord (Noorddoorgang) nabij het De Broukèreplein is een beschermd historisch monument.

Koninklijke St. Hubertusgalerijen

De Koninklijke St. Hubertusgalerijen zijn in 1846 gebouwd. Tegenwoordig zitten er vooral chocolatiers en horecazaken in de 230 meter aan galerijen. Een beroemde winkel is die van Neuhaus. Hier vestigde in1857 de Zwitser Jean Neuhaus zich. Hij is de bedenker van de praline, wat we in Nederland bonbon noemen.

Neuhaus

Na de prachtige St. Hubertusgalerijen loop ik de Beenhouwersstraat in. Dit is een begrip in Brussel. Vroeger waren hier de slagers (beenhouwers) gevestigd. Tegenwoordig zitten hier allerlei restaurants. Het vrij smalle straatje vol terrasjes en voordelige menu’s is voor mij een klassiek voorbeeld van een plek waar je niet moet gaan eten. Hier wordt op prijs en niet op kwaliteit geconcurreerd. Ga zelf maar even kijken op reviewsites zoals TripAdvisor en je ziet wat ik bedoel. Hoewel ik wel trek heb, loop ik door terwijl ik de namaakfrieten op de borden van de argeloze toeristen zie liggen.

Beenhouwersstraat

13:20 uur – lunch

Voor se middagmaaltijd ben ik terug gelopen richting de Beurs. Daar net voorbij ligt de Jules Van Praetstraat. Daar zag ik eerder deze ochtend een aantal Thaise restaurants. Hoewel ik dol ben op Belgische friet, garnaalkroketten en andere Belgische heerlijkheden, lijkt het me nu verstandiger om iets te eten dat licht verteerbaar is. Mijn voorliefde voor de Thaise keuken brengt mij dan al snel op Pad Thai. Dit noodlegerecht behoort tot mijn favorieten.

Via internet kijk ik welk restaurant de beste beoordelingen heeft. Dat is Fanny Thai. Er is nog plek op het terras. Zonder de kaart gezien te hebben bestel ik Pad Thai met kip en een colaatje. Het is heerlijk zitten hier buiten. Het terras ligt in de schaduw. Bij de 23 graden die de thermometer op dit moment bereikt heeft is het dan geen straf om de schaduw op te zoeken.

De Pad Thai smaakt goed. Naar mijn mening wat te zoet en te nat. Ook mag hij wel wat pikanter. Maar dit is allemaal persoonlijke smaak. Het gerecht komt lekker vers over en er zit voldoende kip in. Dat zie je weleens anders. Na het eten reken ik 17 euro af inclusief fooi. Een prima prijs voor een dergelijke lunch.

Pad Thai

13:50 uur – Sint Katelijne

Na het eten ga ik op zoek naar een Villo fiets. Tijdens de zoektocht kom ik al snel terecht op het Sint Katelijneplein en de direct daarnaast gelegen Oude Graanmarkt. Ineens besef ik dat ik hier ergens had moeten gaan eten. De Thai was prima, hoor. Maar hier zit je in één van de meest Bourgondische stukjes van Brussel. Met name visrestaurant Noordzee is een begrip. Hier kun je staand of zittend genieten van Fruits de Mer met daarbij een passend glas wijn of bubbels. Een topplek! Even goed onthouden voor de volgende keer dat ik in Brussel ben.

Sint Katelijne

14:10 uur – de mooiste Starbucks

De afgelopen jaren heb ik al heel wat Starbucks koffiezaken gezien over heel de wereld. Vorige maand nog was ik in Seattle waar ik de allereerste Starbucksvestiging ooit heb bezocht. Maar zo mooi als de Starbucks op het Karel Rogierplein heb ik ze nog niet gezien. Het is een vrij kleine zaak die een enorme luifel heeft. Op het moment dat ik aan kom fietsen moet ik eerder aan Star Wars denken dan aan een koffiezaak. Het zorgt er wel voor dat ik de leenfiets hier stal om even wat foto’s te maken.

In 2017 nam Starbucks Rogier zijn intrek in de sokkel van de enorme luifel. Dit was twee jaar later dan gepland en tien jaar na het ontstaan van het idee.

de mooiste Starbucks

14:30 uur – Stripmuseum

Voor iemand die in zijn jeugd misschien wel meer tijd kwijt was aan het verslinden van strips als dat de hedendaagse jeugd bingewatcht via Netflix, is het Stripmuseum natuurlijk een bezienswaardigheid die niet mag ontbreken tijdens een dagje Brussel. In plaats van 10 euro entreegeld te betalen mag ik gratis binnen met mijn Brussels Card.

stripmuseum

De expositie begint met de historie van de strip. De eerste echte strips ontstonden in de Middeleeuwen. Het waren de monniken die hiervoor verantwoordelijk waren. De uitvinding van de boekdrukkunst heeft de ontwikkeling van stripverhalen in een stroomversnelling gebracht.

stripmuseum

De meest bekende vorm van stripverhalen zijn de komische strips. Niet voor niets dat men het in Amerika over ‘comics’ of ‘comic strips’ heeft. Er zijn echter veel meer genres. Denk aan actie, sciencefiction, griezel, erotiek, historie, fantasy en waargebeurde verhalen. Alle normale boekgenres vind je tegenwoordig ook terug in de wereld van strips. Je ziet daarnaast films op basis van strips, maar ook strips op basis van films. Niet iedereen beseft hoe sterk de wereld van strips doorgedrongen is tot ons dagelijks leven.

Het gebouw waar het Stripmuseum in gevestigd is, is ontworpen door de beroemde art nouveau architect Victor Horta. Het in 1905 gebouwde pand was eerst een warenhuis.

15:30 uur – Margritte Museum

In een klein kwartier tijd ben ik met een combinatie van fietsen en lopen naar het Margritte Museum gelopen. Eigenlijk ben ik naar het Museum voor Schone Kunsten gelopen, omdat de entree voor het Margritte Museum zich tegenwoordig daar bevindt. Met mijn Brussels Card ontvang ik het gratis ticket ter waarde van 10 euro. Eenmaal binnen loop ik meteen door naar het museum dat gewijd is aan René François Ghislain Margritte.

Museum voor Schone Kunsten

Margritte was een Belgische kunstschilder die bekend staat vanwege zijn surrealistische schilderwerken en tekeningen. Hij wordt tot de groten binnen het surrealisme gezien. Het eerste kunstwerk dat ik zie is ‘La trahison des images’. Het onderschrift ‘Ceci n’est pas une pipe’ (dit is geen pijp) is beroemder dan het schilderij zelf. Het is inderdaad ook geen pijp, het is een afbeelding van een pijp. Hierna bekijk ik uiteenlopende werken van Margritte die verdeeld over drie verdiepingen te zien zijn. Iedere verdieping beslaat een tijdperk uit zijn leven.

Margritte Museum

16:40 uur – naar het Jubelpark

Na drie kwartier verlaat ik het Margritte Museum en pak weer een Villo leenfiets. Daarmee fiets ik richting het Jubelpark. Ik zet de fiets weg bij het Robert Schumanplein. Dit is waar de Europese Commissie gehuisvest is. Want dat vergeten we weleens: dat Brussel niet alleen de hoofdstad van Brussel is, maar ook van de Europese Unie. Althans, samen met Straatsburg. Over die kostbare constructie zal ik het nu maar niet gaan hebben.

Europese Commissie

Ongeveer honderd meter verderop, in de Wetstraat, kom ik een herdenkingsmonument tegen. Dit monument is ter nagedachtenis aan de slachtoffers van de terroristische aanslagen die op 22 maart 2016 plaatsvonden in Brussel. Hierbij vielen 32 dodelijke slachtoffers en meer dan driehonderd gewonden. Drie dode daders brengt het totale aantal doden op 35.

herdenkingsmonument

Weer honderd meter verder sta ik aan de entree van het Jubelpark. Ruime paden, strakke lijnen en de triomfpoort met gaanderijen aan beide zijden geven dit stadspark allure. In het park zijn meerdere musea gevestigd: het  Koninklijk Museum van het Leger en de Krijgsgeschiedenis, het Museum Kunst & Geschiedenis en Autoworld.

In het centrale deel van het park, voor de triomfpoort, staan allerlei kraampjes opgesteld. Die zijn nu leeg. Het is donderdag, dus ik verwacht dat dit voor een evenement voor aanstaand weekend zal zijn.

triomfpoort

triomfpoort

17:00 uur – Autoworld

Tijd voor het laatste museum van vandaag: Autoworld Brussels. Als autoliefhebber kan ik dit soort musea natuurlijk niet overslaan. In Autoworld kun je meer dan driehonderd voertuigen bewonderen. Dit zijn vooral auto’s. De collectie auto’s is vrij uiteenlopend. Ik zie oude auto’s uit lang vervlogen tijden, klassiekers uit mijn jeugd en een aantal bijzondere auto’s. Leuk is om iconen zoals de Mini, de Kever, de Lelijke Eend en de Renault 4 op speciale wijze gepresenteerd te zien worden: in een hoge wand.

autoworld

Binnen Autoworld is er ook altijd een tijdelijke expositie. Zo wordt er nu aandacht besteed aan 100 jaar Citroën. De hedendaagse modellen van deze grote Franse autofabrikant laat ik links liggen. Modellen die wel mijn interesse hebben zijn de CX, de GS en de ID, die ook wel bekend staat als ‘de Snoek’. Voor mij zijn dat auto’s die zo 100% Citroën zijn! Menig andere automerk zal die mening met mij delen.

Citroën

De meeste automobielen die tentoongesteld staan zijn afkomstig uit Europa en de Verenigde Staten. De Aziatische auto-industrie wordt amper belicht. Dat zou nog een toegevoegde waarde kunnen zijn. Het is vooral genieten van alle auto’s die je hier van dichtbij kunt bewonderen.

Er staan zelfs Belgische auto’s. Ja, België heeft ook eigen auto’s voortgebracht. Tentoongesteld staan de Minerva MLT Tractor uit 1924 en de Minerva SP Fire Engine uit 1934. Dit is een brandweerwagen.

Minerva

Op de verdiepingsvloer barst het Citroënfeest pas echt los. Het lijkt wel of de hele geschiedenis van het automerk hier te vinden is. Ik geniet van de zeldzame Citroën SM Opera met Maseratimotor en de SM Bandama uit 1973, wat een rallyversie is. Maar ook de DS cabrio, de hoge ZX Rally Raid Evo 3 en de Mehari kunnen mij zeer bekoren.

Citroën SM Opera

18:03 uur – met de metro

Bij mijn Brussels Card zit de optie ‘gratis openbaar vervoer’. Door de leenfietsen heb ik hier nog geen gebruik van gemaakt. Omdat ik er al de nodige kilometers op heb zitten en het richting het centrum eerst vooral bergop fietsen zou zijn, pak ik nu de metro. Dat die in vanaf metrostation Merode, die net achter het Jubelpark ligt. Met de validatiecode van mijn voucher haal ik een OV- dagkaart uit de verkoopmachine. Vervolgens neem ik de metro richting het Centraal Station. Dat is de handigste plek voor mij om uit te stappen voor het centrum.

met de metro

met de metro

18:20 uur – Delirium Café

Er zijn zat plekken in Brussel waar je een goed pintje kunt drinken. Een plek waar ik graag kom is Delirium Café. Eigenlijk is dit uitgegroeid tot een compleet straatje: Delirium Garden, waar Delirium Café en Floris Café zitten. De straat vormt het terras. Delirium Café is uniek omdat er nergens ter wereld zoveel verschillende commerciële bieren verkocht worden. In 2004, toen Delirium Café in het Guinness Book of Records terechtkwam, waren dit er 2004. Inmiddels kun je in dit aan de Getrouwheidsgang café meer dan 2200 verschillende bieren bestellen.

Delirium Café

Ik bestel een Floris Blanche van de tap. Dit is een Belgisch witbier dat in Melle gebrouwen wordt. Voor een halve liter betaal ik € 4,90. Zeer schappelijk, moet ik zeggen. Ik drink mijn friszuur biertje buiten op. Dat is even genieten zo aan het einde van een inspannende dag.

Floris Blanche

19:00 – Belgisch diner

Mijn avondeten ga ik bij Grimbergen Café nuttigen. Ik heb zin in Vlaams stoofvlees en dat eet je vaak het beste bij bierbrouwerijen en biercafés. Ik maak er een compleet Belgisch feestje van. Ik neem als vooraf de garnaalkroketten.

Grimbergen Café

De garnaalkroketten zijn goed. Eigenlijk precies zoals ze moeten zijn. Een goede bite, een aangename garnalensmaak en niet te vet. Goedkoop zijn ze niet: € 14,5 euro voor twee kroketjes met sla.

garnaalkroketten

Ook het stoofvlees is smaakvol. De saus is goed in balans en lekker vol van smaak. Het stoofvlees is meestal mooi gaar. Er zit wel wat verschil qua malsheid tussen de stukken. Het doet geen afbreuk aan de gehele beleving. Het is trouwens een flinke portie vlees. Ik ben een echte carnivoor, maar moet wel wat laten liggen. Dat geldt ook voor de frietjes. Beter iets teveel dan te weinig, toch?

De rekening bedraagt € 38,90. Ik rond het af naar veertig euro.

stoofvlees

20:24 uur – weer met de trein mee

Vanaf Grimbergen loop ik in ongeveer tien minuten naar het Centraal Station.

weer met de trein mee

Ik ben mooi op tijd om de voorlaatste rechtstreekse trein richting Essen te nemen. Twee minuten voordat de trein arriveert op perron 5 sta ik klaar. De trein is weer stipt op tijd. Ik stap in. Het is aanzienlijk rustiger dan vanochtend in de treincoupé. Nu wordt er wel met een dubbeldekker gereden en de forenzen zitten grotendeels al thuis op dit tijdstip.

treincoupe

Tegen tien voor tien stopt de trein in Essen en ik stap uit. Kwart over tien ben ik uiteindelijk thuis, moe maar voldaan.

Andere opties

Waarschijnlijk zal niet iedereen dezelfde keuzes maken zoals ik ze vandaag gemaakt heb. Ik zie de opmerkingen al voor me: “4 musea op één dag is wel veel”. Daar wil ik vooraf al op reageren. Het gaat om drie relatief kleine musea waar je er niet zoveel tijd voor nodig hebt en ook Autoworld heeft niet zoveel tijd nodig. Ik heb nog overwogen om het stripmuseum niet te doen, omdat dat iets meer ruimte zou geven binnen de dag.

Ik kan me ook voorstellen dat mensen er eerder voor kiezen om tijdens het bezoek aan het Margritte Museum door te gaan naar één van de andere kunstmusea die hier bij elkaar zitten. Als je dat doet dan moet je de rit naar het Jubelpark en vervolgens het bezoek aan Autoworld overslaan.

Er is één icoon in Brussel die niet in deze dag paste: het Atomium. Dit zeer herkenbare monument dat bestaat uit negen grote stalen bollen die aan elkaar verbonden zijn staat in het Heizelpark, buiten het centrum. Ik heb nog erg getwijfeld of ik Atomium zou doen in plaats van het Stripmuseum en het Margrittemuseum. Mogelijk dat u als lezer eerder voor het Atomium kiest.

Soortgelijke berichten

Mechelen met kind
29 augustus 2017
De highlights van Brugge
10 juni 2016
Winters Antwerpen
10 december 2015