Veel bestemmingen lenen zich prima voor een vakantie van één dag.

Vanuit Interlaken naar de top van Europa

Het stadje Interlaken is te vinden in het centrale deel van Zwitserland, in het kanton Bern. Het ligt aan de rivier de Aare tussen de Thunersee en de Brienzersee. Het dorp is al sinds het begin van de vorige eeuw een van de belangrijkste toeristische bestemmingen in Zwitserland. De oude statige Grand Hotels herinneren er aan lang vervlogen tijden. Nog steeds wordt het dorp jaarlijks overspoeld door toeristen die er op wintersport komen of in de zomermaanden naar de Jungfraujoch afreizen, een bergpas met het hoogste treinstation van Europa. Normaal gesproken rijden dagelijks tientallen bussen met voornamelijk niet-Europese toeristen het dorp binnen. Deze bezoeken de vele horlogewinkels in Interlaken of reizen met de trein verder richting de bergen met als eindbestemming de Jungfraujoch. Het is een reis die bij mij en een goede vriend al lang hoog op het verlanglijstje staat. Daar komt nu verandering in.

Het is 3 juli 2021, gisteren zijn we aan het eind van de middag aangekomen in Interlaken. Deze reis stond al meer dan een jaar gepland, maar door reisbeperkingen door Covid-19 was het onmogelijk om vanuit Nederland naar Zwitserland te reizen. Vanuit Nederland is het afhankelijk van je vertrekpunt ongeveer acht tot tien uur rijden naar Interlaken, een trip die je redelijk makkelijk op een dag kunt maken, zeker als je met z’n tweeën rijdt. Sinds enkele dagen is het reisadvies voor Zwitserland aangepast waardoor we nu zonder restricties konden afreizen. Natuurlijk zijn in Zwitserland de basisregels nog van toepassing, dus houden we anderhalve meter afstand, schudden we geen handen en dragen we, waar nodig, een mondkapje.


Een van de belangrijkste redenen om deze reis nu te maken, is het feit dat het internationale toerisme nog niet op gang is gekomen. Hierdoor is het in Interlaken en op de Jungfraujoch nog relatief rustig. We hoeven geen tijdsloten reserveren en kunnen ons wat vrijer door het gebied bewegen. Ben je van plan om zelf deze reis te gaan maken, dan is het verstandig om vooraf je tickets te reserveren met een tijdslot. Zo voorkom je dat je ergens lang moet wachten of dat er geen mogelijkheden meer zijn om de Jungfraujoch te bereiken.


De weersvoorspellingen voor dit weekend zijn niet positief, volgens de laatste weerberichten zal in de ochtend de zon nog uitbundig schijnen, maar neemt de kans op neerslag gedurende de dag steeds meer toe. We staan extra vroeg op om de kans op goed weer op de Jungfraujoch te vergroten. Gisteren hebben we online onze passen gekocht waarmee we drie dagen onbeperkt gebruik kunnen maken van alle kabelbanen, tandradsporen en treinen in deze regio. De Top of Europa Pass is niet goedkoop, maar de vrijheid die je ervoor terug krijgt tijdens je bezoek aan de regio is het meer dan waard. Deze pas is in verschillende lengtes te verkrijgen, beginnend vanaf drie dagen. Ga je slechts 1 dag gebruikmaken van het openbaar vervoer, dan is het goedkoper om een retourticket te kopen.


We slapen in het Hapimag Resort Interlaken een van de nieuwere hotels in het dorp met een prachtig uitzicht op de Jungfrau. We hebben een kamer op de zevende en bovenste verdieping, deze hebben allemaal een groot terras met prachtig uitzicht op het dorp en de bergen op de achtergrond. De gemiddelde kamerprijzen in Interlaken liggen een stuk hoger dan op andere plaatsen, dit heeft alles te maken met het wat mondaine karakter van het dorp. Wil je liever wat minder geld uitgeven dan zijn er genoeg opties te vinden in omliggende dorpen. Wengen, Grindewald en Lauterbrunnen zijn goede alternatieven als uitvalsbasis.

07:00 uur – ontbijt met uitzicht

De wekker gaat af om iets voor zevenen en kort daarna halen we bij de receptie van het hotel de bestelde broodjes op. De zon begint al wat achter de bergen vandaan te komen, waardoor we heerlijk op het dakterras ontbijten. In de verte zien we het uiteindelijke doel van vandaag al liggen. Na een bakje koffie of twee gaan we richting het station.

07:45 uur – wandelen naar Interlaken-Ost

Het is ongeveer tien minuten lopen van het hotel naar het station. Onderweg komen we prachtige statige grand hotels, winkels en de kabelbaan naar de Harder Kulm. We hebben tijd over en kijken vanaf een brug naar de Aare, een rivier die de Thunersee en de Brienzeersee met elkaar verbindt. Wat opvalt is de kleur van het water. Deze wat melkachtige turquoise kleur komt doordat het smeltwater keileem meeneemt wat het licht op een aparte manier breekt.

08:05 uur – trein naar Grindewald-terminal

We komen om acht uur aan op het station Interlaken-Ost, waar de trein al op ons staat te wachten en met Zwitserse precisie stipt om 08:05 vertrekt. Let wel op want het voorste deel van de trein wordt bij het station Zweilütschinen losgekoppeld en rijdt door naar Lauterbrunnen. Het achterste deel rijdt vanaf Zweilütschinen door naar Grindelwald. Terwijl de trein langzaam de bergen intrekt, zien we op het tafeltje de route staan die we gaan volgen. Buiten trekt er een idyllisch landschap aan ons voorbij, dat wordt gedomineerd door steile rotswanden.

08:35 uur – overstap op de Eiger Express

Na een half uurtje komen we aan op het in 2019 geopende station Grindewald-Terminal. Sinds de opening van dit station en de voltooiing van de Eiger Express is de reistijd naar de Eigergletsjer met 47 minuten verkort. De Eiger Express is op dit moment de meest moderne kabelbaan ter wereld. Eenmaal in de gondel, waar maximaal 28 personen inpassen, maar we nu met slecht 4 personen inzitten, krijgen we een filmpje te zien over de aanleg ervan en komen we alles te weten over de noordkant van de Eiger.


De gondels komen redelijk dicht langs de noordwand en je een goed idee krijgt waarom deze wand bij veel bergbeklimmers en mythische status heeft. De eerste keer dat de noordwand succesvol beklommen werd, was in 1938. Lang was de Eiger noordwand een van de laatste onbedwingbare bergen in de Alpen. Tijdens pogingen de noordwand te beklimmen vielen in de jaren dertig maar ook in de decennia erna vele doden. Dit leverde hem de bijnaam de Mordwand op. Met de moderne technieken en hulpmiddelen, is het nu mogelijk om de ooit zo gevreesde Noordwand in minder dan 2,5 uur te beklimmen.

Wij genieten van het uitzicht op de wand en vragen onszelf af waarom je deze wand überhaupt zou willen bedwingen. Na ongeveer twintig minuten hebben we 6843 meter afgelegd en zijn we in totaal 1372 meter geklommen.

09:00 uur – aankomst op de Eigergletsjer

We komen aan in het nieuwe deel van station Eigergletsjer dat tegelijkertijd met Grindewald-Terminal en de Eiger Express is gebouwd en voor en groot deel het oude station uit 1898 vervangt. We hebben wat tijd over voordat de Jungfraujochbahn vertrek, dus lopen we even naar buiten om een voorschot te nemen op het uitzicht. Normaal gesproken is dit niet heel slim, als je geen plaats gereserveerd hebt, maar vandaag is het zo rustig dat we het risico wel durven nemen. De zon schijnt nog steeds, maar de eerste wolken beginnen zich al samen te pakken.

09:15 uur – Jungfraujochbahn

Als we vijf minuten van het uitzicht hebben genoten lopen we terug naar de spiksplinternieuwe toegang van de meer dan honderd jaar oude Jungfraujochbahn. Aan het einde van negentiende eeuw werd onder leiding van Adolf Guyer-Zeller eerst een treinlijn aangelegd van station Kleine Scheidegg naar de Eigergletsjer om vervolgens in veertien jaar een zeven kilometer lange tunnel aan te leggen, dwars door de Eiger en de Mönch naar de top van de Jungfrau, door geldgebrek werd de route aangepast, daarom eindigt hij nu niet op de top van de Jungfrau, maar op de Jungfraujoch, het laagste punt tussen de Jungfrau en de Mönch. Tijdens de zeven kilometer lange treinrit dwars door de bergen overbrug je 1400 hoogtemeters. Tijdens de aanleg van de Jungfraujochbahn werd om de zoveel kilometer een klein nieuw station aangelegd, zodat de eerste toeristen al gebruik konden maken van het tandradspoor. Nu maak je nog een tussenstop bij het vroegere station Eismeer, terwijl wij uitstappen en van het uitzicht genieten passeert de trein in tegenovergestelde richting.

09:34 uur – Eismeer

Tijdens de stop op station Eismeer kun je vijf minuten uit de trein, om door de ramen van het station naar ijsblokken te kijken die duizenden jaren oud zijn. De blauwgekleurde ijsblokken, die meestal verborgen gaan onder een dikke laag sneeuw, zijn gevormd tijdens de laatste ijstijd en geven je een beeld van hoe Zwitserland ooit moet hebben uitgezien. Station Eismeer, is met 3160 meter het op een na hoogste treinstation in Europa. Na iets minder dan vijf minuten wordt omgeroepen dat de trein weer gaat vertrekken. Precies tijd genoeg om even heen en weer te lopen en een foto te nemen.

09:47 uur – Jungfraujoch

De aankomst op de Jungfraujoch viel wat tegen om eerlijk te zijn. In gedachten had ik me voorgesteld, dat we vanuit de trein direct op het besneeuwd landschap van de Jungfraujoch zouden uitstappen. In werkelijkheid kom je aan in en donker ondergronds treinstation en moet je via donkere tunnels je een weg zien te vinden. Omdat er slecht weer op komst is nemen we direct de lift naar de Sphinxobservatorium. In enkele seconden overbruggen we nog eens 117 meter en staan we oog in oog met de hoogte horlogewinkel ter wereld.

09:53 uur – uitzicht vanaf  het Sphinxobservatorium

Door de vele ramen in het observatorium kunnen we al iets van het uitzicht zien, maar als we eenmaal buiten staan, zien we pas echt het volledig uitzicht. Door het heldere weer kunnen we in bijna alle richtingen kilometers ver kijken. Rechts zien we de top van de Jungfrau en links de top van de Mönch. Als we achter ons kijken zien we in de verte Interlaken liggen en enkele andere dorpen die we tijdens onze reis hebben gepasseerd. Het mooiste uitzicht ligt recht voor ons, het uitzicht op de Konkordiaplatz, het hoogste deel van de Aletschgletsjer. Dit is de grootste gletsjer in de Zwitserse Alpen en staat samen met de rest van dit gebied op de Werelderfgoedlijst van de UNESCO. De felle zon, de blauwe luchten en de reflectie van de sneeuw zorgen ervoor dat we spijt hebben dat we geen zonnebril hebben meegenomen. We genieten een minuut of tien van het uitzicht en nemen de lift terug naar beneden.


Als we de lift uitkomen zien we links van ons de ingang van de Alpine sensation, een 250 meter lange gang, waarin je meer over het ontstaan van de Jungfraujoch te weten komt en de aanleg van de Jungfraujochbahn, een leuke afleiding tijdens de wandeling, maar meer niet. Aan het einde van de gang is de ingang van het Ice Palace. Dit ondergrondse “IJspaleis” bestaat uit twee gangen die uit het ijs lijken gehakt een zaal waar verschillende ijssculpturen tentoongesteld staan. We zien ijsberen, pinguïns, adelaars en wat andere kunstwerken. Allemaal leuk, maar niet hetgene waar we naar op zoek zijn.


We vinden (na wat gezoek) uiteindelijk de uitgang naar het Glacier Plateau. Dit uitzichtpunt ligt een behoorlijk stuk lager dan de Sphinx en geeft een heel ander beeld. Op heldere dagen kun je aan de ene zijde het zwarte woud en de Vogezen zien liggen, terwijl je aan de andere zijde een indrukwekkend uitzicht hebt op de Aletschgletsjer. Midden op dit plateau wappert de Zwitserse vlag. We gaan terug naar binnen. Via wat gangen komen we uit aan de andere kant van het station en stappen de sneeuw in.

10:35 uur – koffie met uitzicht

Vanaf dit punt begint de wandeling naar de Mönchsjochhütte, maar eerst drinken we een kopje koffie op een strandstoel aan de rand van Aletschgletsjer. De zon en de sneeuw zorgen ervoor dat we stevig met onze ogen aan het knijpen zijn en dat we onbewust goed aan het verbranden zijn. Dus dikke tip van ons, smeer jezelf goed in met zonnebrand, zelfs als er slecht weer op komst is.

10:50 uur – wandeling naar Mönchsjochhütte

Volgens de bordjes is het drie kwartier tot een uur lopen naar de Mönchsjochhütte, een wandeling waarbij je meer dan tweehonderd hoogtemeters overbrugt. Tijdens het wandelen merken we goed dat we ons op een hoogte van dik boven de drieduizend meter bevinden. De ijle lucht zorgt ervoor dat de longen wat brandiger aanvoelen en een inspanning leveren kost wat meer moeite. Eigenwijs als dat we zijn, hebben we geen wandel- of sneeuwstokken meegenomen, een hulpmiddel dat op de steilste delen van de wandeling goed van pas was gekomen. Net als overal op de Jungfraujoch worden we onderweg getrakteerd op prachtige en continue veranderende uitzichten. Op ongeveer de helft van de wandeling komen we op het punt waar je de Mönch kun beklimmen. Vanaf de Jungfraujoch kun je onder begeleiding van ervaren gidsen delen van de Mönch bedwingen. Ervaren bergbeklimmers kunnen bij goede weersomstandigheden vrij gemakkelijk de top bereiken.


Wij blijven even staan kijken naar de groepjes klimmers die zich langzaam een weg naar boven proberen te vinden. Ondertussen komen we weer een beetje op adem en lopen verder richting de berghut. Gelukkig hebben we het steilste en zwaarste deel achter de rug en lopen nu vrij gemakkelijk door tot de hut. Daar aangekomen klimmen we via een steil en glad pad naar de ingang. Nog een punt waar stokken handig geweest waren.

11:53 uur – Mönchsjochhütte

Eenmaal binnen in de hut wisselen we onze bergschoenen om voor de Crocs die klaarstaan in het, anders kom je het restaurant niet binnen. De menukaart is niet heel uitgebreid, maar dat hadden we ook niet verwacht. Alles wat in het restaurant verkocht wordt, moet namelijk met een sneeuwscooter naar boven worden gebracht. We bestellen een vers getapt biertje en een braadworst met mosterd.


De hut ligt op 3657 meter hoogte en wordt onder normale omstandigheden gebruikt als trekkershut. Op de bovenste verdieping zijn verschillende slaapzalen en kamers te vinden voor wandelaars en bergbeklimmers die op doortocht zijn. Op drukke dagen is het restaurant alleen geopend voor gasten die overnachten in de Mönchsjochhütte. Voor wandelaars vanaf de Jungfraujoch is op deze dagen een buitenbar geopend waar eten en drinken te verkrijgen is. Doordat het toerisme nog niet is aangetrokken, kunnen we nu zonder al te lang wachten plaatsnemen in het restaurant.

12:45 uur – wandeling terug terwijl het weer is omgeslagen

Als we zitten te eten zien we buiten het weer omslaan. Het zicht neemt snel af en de wind lijkt wat op te gaan spelen. Als we buitenkomen is de gevoelstemperatuur door het verdwijnen van de zon achter de bewolking misschien wel tien tot vijftien graden lager. Hoe lager we komen hoe hoger de temperatuur weer wordt, het lijkt wel alsof de warmte van de zon nog wat in de Joch is blijven hangen. Onderweg is het uitzicht, stukken minder indrukwekkend en we zijn heel blij dat we vanmorgen vroeg vertrokken zijn.

13:32 uur – nog een keer het uitzicht vanaf de Sphinx

Eenmaal terug bij het treinstation hebben we nog wat tijd over en nemen nog een keer de lift naar boven. Het verschil tussen nu een paar uur geleden is enorm. Richting alle kanten is het uitzicht aanzienlijk minder ver.

13:45 uur – Jungfraujochbahn naar beneden

We nemen eerst de Jungfraujochbaan weer naar beneden, die nu niet stopt bij het uitkijkpunt van station Eismeer, maar gelijk doorrijdt het station Eigerglestjer. Anders dan op de heenweg stappen we nu niet op de ultramoderne Eiger Express, maar op een oud boemeltreintje dat ons naar Kleine Scheidegg brengt.


Hier moeten we overstappen op een andere trein. In de regen wachten we een kwartiertje op de aansluiting naar Lauterbrunnen.  Deze trein heeft in sommige wagons panoramische ramen. De hele treinreis duur alles bij elkaar bijna twee uur en brengt je van 2320 meter op de Jungfraujoch, naar 795 meter in Lauterbrunnen. Het slechte weer heeft ondertussen het dal bereikt, waardoor de treinrit soms door flarden mist en wolken gaat en stevige regenbuien voorbijtrekken.

15:38 uur – Lauterbrunnen

In Lauterbrunnen moeten we overstappen op de trein naar Interlaken, maar maken er eerst een tussenstop. Lauterbrunnen is zoals zijn naam al doet vermoeden bekend om zijn watervallen. In totaal liggen er 72 watervallen in het dal, waarvan de Muurrenbachwaterval met een hoogte van 417 meter de hoogste waterval in Zwitserland is. Andere bekende watervallen zijn de Buchenbahwaterval – de een na hoogste van Zwitersland- en de Trümelbachwaterval. De laatste ligt op ongeveer een uur lopen van Lauterbrunnen en loopt door een kloof. Hierdoor kun je slechts een klein deel zien aan de buitenzijde, maar aan de binnenzijde van de kloof kun je via verschillende trappen en bordessen de waterval volgen. Wij zoeken het iets dichter bij het dorp en lopen naar de Staubbachwaterval.

15:44 uur – de Staubbachwaterval

Na een wandeling van ongeveer tien minuten komen we aan bij de Staubbachwaterval. Deze waterval is beroemd vanwege de thermiek, die ervoor zorgt dat het naar beneden komende water soms weer terug omhoog waait. Goethe schreef er tijdens zijn bezoek aan het dorp een gedicht over.


De wind en thermiek verstuiven het water alle kanten op, waardoor je eigenlijk niet dicht in de buurt van de waterval kunt komen zonder nat te worden. Gewapend met regenjassen en een paraplu, gaan we toch naar de waterval en klimmen een kleine steile heuvel en lopen door een kleine tunnel. Aan het einde van de tunnel wacht ons een stalentrap en dan staan we achter de waterval. In de rosten achter de waterval is een smal pad uitgehakt, zodat we nu – behoorlijk nat – uitkijken door een scherm van water naar het dal van Lauterbrunnen. Aan het einde van de uitgehakte grot draaien we om en lopen terug naar het dorp. Het regent nog steeds en zijn er eigenlijk wel klaar mee, dus tijd om het terras op te zoeken.

16:22 uur – biertje (of twee) op het terras

We vinden een plaatsje op het terras van Hotel Oberland en bestellen een biertje. We krijgen een mooie grote pul Rugenbräu, een lokaal biertje dat in Interlaken wordt gebrouwen. We “missen” nog twee keer de trein voordat we uiteindelijk teruggaan naar Interlaken.

17:58 uur – terug in Interlaken

Vanaf het station lopen we rustig terug richting ons hotel, reserveren een tafel onder de overkapping op het terras om zeven uur en wat later een tijdslot in de sauna. Als we terug op ons dakterras lopen, zien we dat het weer langzaam aan het opklaren is.

19:00 uur – kaasfondue

Na een korte blik op de kaart bestellen we het nationale gerecht van Zwitserland, kaasfondue. We zitten in het Duitstalige deel van Zwitserland, dus dan wordt traditiegetrouw een kaasfondue bereidt met Emmentaler, Gruyère en witte wijn. Bestel je hetzelfde gerecht in het Franse deel van het land dan krijg je hem met Gruyère en Vacherin. Heerlijk comfortfood na een dag in de bergen, we lepelen de hele pan op ons gemakje leeg, terwijl we er een heerlijk glaasje witte wijn bij drinken.

20:30 uur – sauna en afsluiting op het dakterras

Na een rondje in de sauna, sluiten we de dag af op het dakterras met op de achtergrond het felverlichte reuzenrad en de Jungfrau die iedere twee minuten van kleur veranderd. Het was een heerlijke dag waarop alles op zijn plaats leek te vallen. De aansluitingen van de treinen liepen soepel in elkaar over en het weer was het grootste deel van de dag ons goedgezind. We hadden ons geen mooiere dag kunnen wensen om dit avontuur te beleven.


De vraag die ik vaak gesteld kreeg was: is Zwitserland niet duur? Het antwoord erop is ja, maar niet zo duur als dat de meeste mensen denken. Als je een beetje oplet wat je bestelt in een restaurant is het niet heel veel duurder dan in Nederland. Een biertje is ongeveer even duur als op het terras in Amsterdam, ditzelfde geldt voor koffie en fris. Wijnen zijn over het algemeen iets duurder. Hotelovernachtingen zijn gemiddeld wat duurder dan in Nederland. Het enige echt dure tijdens de hele trip waren de treinpassen voor de Top of Europe, maar die waren het in mijn ogen meer dan waard.

Soortgelijke berichten

Geen gerelateerde berichten gevonden