Kenmerkend voor de zomer van 2020 is dat veel Nederlanders in eigen land op vakantie gaan of zelfs helemaal geen zomervakantie boeken. Deze zomer wordt vooral ingevuld met uitstapjes die veilig aanvoelen. Sinds de uitbraak van het coronavirus betekent dit dat men vaak de natuur opzoekt. Er is immers meer ruimte dan in de stad. Daar komt bovenop dat de wetenschappers het over een ding eens zijn: het virus wordt minder snel overgedragen in de buitenlucht. Op het moment dat ik eens een dagje met het gezin weg wil, doe ik al snel hetzelfde. Ik zoek de buitenlucht op en probeer mensenmassa’s te vermijden. Voorkomen is nog steeds beter dan genezen, zeker bij een virus waarbij het ziekteverloop zeer onvoorspelbaar is. In dat kader doen wij een dagje Veluwe.

Mijn vrouw en dochters zijn daar nog nooit geweest en ik moet 34 jaar teruggaan in de tijd, toen ik met mijn middelbare schoolklas de Hoge Veluwe bezocht tijdens een kunstkamp. Volgens mij hebben we van het natuurgebied zelf toen niet zoveel gezien. Het doel was om het Kröller-Müller Museum te bezoeken. Ik herinner me daarvan vaag nog de beeldentuin. Verder weet ik dat ik het een boeiend museum vond. Nu, een derde eeuw later, werd het eindelijk eens tijd om een hernieuwde kennismaking te ervaren met dit kunstmuseum. Dat het zolang heeft geduurd is vooral een kwestie van een tekort aan tijd. Omdat wij en vooral ik zoveel in het buitenland vertoeven, blijft er te weinig tijd over voor uitstapjes in Nederland. En toen kwam corona…

Op een zomerse zomerdag in juli is het daarom zover. Ik ga met mijn vrouw en jongste dochter een dagje naar het Nationaal Park De Hoge Veluwe. Dit is één van de twee nationale parken die in het grootste natuurgebied van Nederland (in landoppervlakte). Het andere park is Nationaal Park Veluwezoom. Tijdens deze wisselvallige zomer is het een kwestie van geluk hebben met het weer. Wij hebben deze dag een week eerder al uitgekozen en onze toegang geregeld. Het Kröller-Müller Museum werkt met tijdsloten, waardoor vooraf reserveren een must is. Een week geleden werd er voor vandaag redelijk warm en droog weer voorspeld. De weersverwachting voor de Veluwe is sindsdien amper gewijzigd. De meteorologen melden wel dat er in het noorden gedurende de middag buien kunnen voorkomen. De Veluwe ligt centraal, dus als het goed is krijgen we daar niet mee te maken.

07:00 uur – opstaan

De twee mooiste momenten om de Veluwe te bezoeken zijn rond zonsopkomst en tegen zonsondergang. Dan is de kans het grootst dat je oog-in-oog komt te staan met het wild dat in het natuurgebied voorkomt. Dat zou in dit geval betekenen dat we rond kwart voor zes in de ochtend in het park zouden moeten zijn om er rond zonsopkomst te zijn. Dan moet je vanuit Roosendaal toch uiterlijk om 4:00 uur in de ochtend op pad. Dat krijg ik er thuis niet in. We kiezen daarom dit keer voor een dagbezoek, waarbij we ook zonsondergang aan ons voorbij laten gaan. Dat is een keuze die je kunt maken: als je wat later het park in gaat, dan heb je nog voldoende fut om tot een uur of tien ’s avons hier te blijven in de hoop om het wild aan het eind van de dag te spotten.

Voor ons is de planning om rond een uur of acht te vertrekken. De wekker wordt daarom op kwart voor zeven gezet, waarna ik lekker nog even een kwartier blijf liggen. Net als de dames, overigens.

07:30 uur – ontbijt

We gaan de deur nooit uit zonder ontbijt, tenzij we enorm vroeg weg gaan. Zo ga ik als ik ’s morgens om half vier naar Schiphol rijd, echt niet eerst op mijn gemak zitten ontbijten. Nee, dat komt dan later op de luchthaven wel. Vandaag vertrekken we op een heel normaal tijdstip, dus is er ruim voldoende tijd om lekker even op te starten met een bak koffie en een ochtendmaaltijd. Dat doen we dus ook. Ik houd zelfs even tijd over om mijn e-mails te checken en beantwoorden voordat we daadwerkelijk vertrekken.

08:25 uur – vertrek richting Gelderland

Pas om vijf voor half negen zitten we in de auto, gereed om weg te gaan. Geen reden voor stress, want het gereserveerde tijdslot voor het Kröller-Müller Museum is 14:15 uur. Of we nou om acht uur of half negen vertrekken, maakt weinig uit. Hoewel de Veluwe redelijk centraal in Nederland ligt, is het voor ons toch een aardig stukje rijden. In totaal ongeveer 150 kilometer waar je met de auto ongeveer een uur en drie kwartier overdoet. Het ligt net niet om de hoek, zeg maar. Nadat ik mijn navigatiesysteem ingesteld heb, krijg ik een te verwachten aankomsttijd van 10:04 uur te zien. Tijd om te gaan.

10:05 uur – koffie in Otterlo

We zijn bijna bij de Otterlo-ingang van Nationaal Park De Hoge Veluwe. Dit dorp ligt direct ten westen van het park. In Otterlo drinken we eerst nog een bak koffie voordat we verder gaan. Ik parkeer de auto, waarna we via een vanwege corona aangelegde route naar het terras van De Waldhoorn lopen.

Dit restaurant is al sinds ruim tweehonderd jaar een begrip in de regio. Het wordt sinds de opening door dezelfde familie gerund. Dat is iets wat bijna uniek aan het worden is in Nederland. De Waldhoorn heeft een ruim opgezet zomerterras waar iedereen op veilige afstand van elkaar kan zitten. Je kunt zien dat deze onderneming bewust bezig is geweest om de coronamaatregelen zo goed mogelijk toe te passen. Zo kun je op verschillende plekken je handen desinfecteren.

We bestellen een cappuccino, een latte macchiato met vanille en een ‘caramellow coffee’. Daarnaast bestellen mijn dochter en ik een punt verse appeltaart erbij als verwennerij. Op de kaart staat deze lekkernij aangeprezen als ‘lokaal appelgebak van Bakker Waal aan de overkant met slagroom’. Wij laten de slagroom zitten. Zowel de koffie als het appelgebak smaken heerlijk. Bij De Waldhoorn gebruiken ze Pelican Rouge koffie. Van oorsprong is dit een Antwerps koffiemerk, dat vroeger Roode Pelikaan heette. Tegenwoordig wordt deze koffie in Nederland gebrand.

10:40 uur – Nationaal Park De Hoge Veluwe

Nadat we afgerekend hebben, stappen we de auto in en rijden we in vijf minuten naar de entree van Nationaal Park De Hoge Veluwe. Daar stoppen we even om een plattegrond van het park aan te schaffen. Voor 2 euro kun je bij de kassa een mooie gedetailleerde kaart kopen waar de fietsroutes en wandelroutes op staan. Voor dat bedrag zou ik dit altijd doen. We kennen het park verder helemaal niet. Op deze manier kunnen we onszelf wegwijs maken zonder verdwaald te raken.

Met onze vooraf gekochte entreekaarten kunnen we het park inrijden. We hebben ervoor gekozen om de optie erbij te nemen dat je met de auto zelf het park in mag. Dat lijkt ons wel het handigste, omdat we de auto zo op een centraal punt kunnen parkeren om van daaruit het park te verkennen. We parkeren de auto daarom op de parking nabij het Kröller-Müller Museum.

11:00 uur – witte fietsen

De beste manier om het Nationaal Park De Hoge Veluwe te verkennen, is per fiets. Het park heeft een oppervlakte van maar liefst 55 vierkante kilometer. Dat doe je niet zomaar even te voet. Wel kun je er natuurlijk voor kiezen om vervolgens delen van het park wel te voet af te leggen. Je mag met de fiets ook niet overal komen. In Nationaal Park De Hoge Veluwe kennen ze het systeem van de ‘witte fietsen’. Dit zijn leenfietsen die je op verschillende locaties binnen het terrein gratis mee kunt nemen. Ze staan bijvoorbeeld bij iedere ingang en bij het museum. Het gebruik van deze fietsen is inbegrepen in de entreeprijs. We pakken ieder een fiets, waarbij we de zadels even op de juiste hoogtes afstellen. Dat is een fluitje van een cent.

We kiezen ervoor om zuidwaarts te fietsen over fietsroute 2. We zullen niet de hele route doen, maar op een gegeven moment een stukje afsnijden, waarna we weer noordwaarts fietsen. Ons doel is om een globale indruk te krijgen van het landschap binnen het park, met de hoop om nog wat loslopend wild te spotten. Er schijnen redelijk wat wilde zwijnen en herten rond te lopen. Het liefst zouden we een edelhert zien. Dit zoogdier wordt als de koning van het park beschouwd. We realiseren ons wel dat de kans op wild spotten verkleind wordt door de keuze om overdag het park te bezoeken en vooral de fietspaden te gebruiken.

Tijdens deze fietsroute zien we de een aantal verschillende gezichten van de Veluwe. Het eerste deel bestaat vooral uit bos. Al snel zien we het landschap veranderen. De eerste stukken heide komen in zicht en het uitzicht wordt meer panoramisch. Na ongeveer een kwartier fietsen komen we aan bij De Pollen. Dit is een zogenaamd stuifzandgebied.

Zandverstuivingen zijn open plekken in de heide of de duinen waar geen enkele begroeiing optreedt en waar het zand door de wind en het water verstoven wordt. In Nederland zijn verschillende plekken waar je dergelijk landschap, dat in Europa steeds zeldzamer wordt, kunt bewonderen. Bekende plekken zijn het Kootwijkerzand, het Nationaal Park De Loonse en Drunense Duinen en hier op de Veluwe.

11:45 uur – snackstop

We maken even een snackstop. Van thuis uit hebben we gezonde snacks meegenomen: schijfjes komkommer, geraspte worteltjes en flesjes mineraalwater. Tijdens de stop zien we een roofvogel rondvliegen die duidelijk op zoek is naar een prooi. Door de afstand kunnen we niet zien wat voor vogel het precies is. Er zouden twaalf soorten roofvogels voorkomen hier.

12:20 uur – Deelense Was

In het Deelense Veld, aan de oostkant van het park, liggen verschillende vennen. Deze ondiepe meren worden vanaf het fietspad allemaal aan het oog onttrokken door het heidegras. Er is één ven dat je vanaf het fietspad kunt bereiken: de Deelense Was. Langs het fietspad ligt een kleine stalling voor de fiets, waarvandaan een vlonderpad richting de Deelense Was loopt. Wij doen dat. na een paar minuten staan we bij het ven. Wat een aangenaam plekje is dit. Er staan twee bankjes. Wij nemen er op eentje plaats en genieten van het uitzicht. Er bevinden zich opvallend veel libellen boven het water.

Onderweg komen we nog langs een plek waar veel gele bloemen te zien zijn. Het is een fleurige plek met een grote aantrekkingskracht. Verschillende mensen zitten en liggen op dit veld. Ik hoor een vader zijn kinderen waarschuwen om niet aan deze bloemen te zitten. Hij zegt dat het Sint-Janskruid is en dat dit giftige planten zijn. Als het inderdaad Sint-Janskruid is, dan zijn deze planten niet giftig bij aanraking. Het hierop lijkende Jakobskruiskruid is dat overigens wel. Het is sowieso goed dat de kinderen de natuur met rust laten. Mijn ouders zeiden vroeger altijd ‘kijken, kijken, niet aankomen’. Een wijze les die ik nog geregeld toepas in het dagelijks leven.

12:50 uur – lunch

Het fietsen heeft ons hongerig gemaakt. Tijd voor de lunch. Die nuttigen wij bij het Parkrestaurant in het Park Paviljoen. Dit is één van de twee plekken in het park waar je iets kunt eten. De andere plek is buitenrestaurant Monsieur Jacques in het Kröller-Müller Museum. Vandaag is zo te zien alleen het terras geopend. Helemaal goed, want het is heerlijk weer. De temperatuur is inmiddels opgelopen naar zo’n 25 graden en het is overwegend zonnig. Bij de entree van het terras moeten we twee minuten wachten totdat er plek is. Ik had het veel drukker verwacht. Voor we het terras op mogen moeten we eerst onze handen desinfecteren. Een prima maatregel waar we helemaal achter staan.

We nemen plaats in de QR-zone. Dit is een deel van het terras waar er je bestelling niet door bediening opgenomen wordt, maar waar je dat zelf online doet. Je scant de QR-code op tafel, waarna je via de online menukaart die dan geopend wordt je bestelling kunt plaatsen en direct af kunt rekenen. Je hoeft daardoor geen fysieke menukaart vast te pakken en je kunt na je maaltijd direct weg zonder dat je op een rekening moet wachten. Deze efficiënte manier van werken zie je meer sinds de horeca na corona-uitbraak weer open is gegaan.

Na ongeveer vijf minuten komen onze drankjes eraan en pakweg vijf minuten later volgen onze gerechten. Omdat ik voorlopig nog niet hoef te autorijden, gun ik mezelf een lekker biertje. In dit geval een lekker lokaal bier: het witbier van de Veluwse Schavuit. Dit is een licht (5%) en fris biertje, dat mij prima bevalt. Het wordt in het nabijgelegen Apeldoorn gebrouwen.

Als lunch heb ik voor een carpaccio gekozen. Het is lang geleden dat ik een carpaccio op heb. Het is een prima versie van dit bekende Italiaanse gerecht. Het enige dat ik er op aan kan merken is dat er wat grovere snippers Parmezaanse kaas overheen hadden gemogen.

13:35 uur – Museonder

Aan het Park Paviljoen ligt ook het gratis toegankelijke museum Museonder. Dit museum is tussen 1992 en 1993 gebouwd en ligt grotendeels onder de grond. Dit verklaart meteen de naam. Het museum is vooral bedoelt om het geologische verhaal van de Veluwe te vertellen. Het laat zien wat er allemaal onder de grond gebeurt. Want niet iedereen staat stil dat het ondergrondse een belangrijk onderdeel van de natuur vormt. Zonder een goede bodem geen voeding voor planten en bomen. Zonder insecten is er amper sprake van ‘bodemmanagement’. De waterhuishouding is volledig afhankelijk van de structuur en kenmerken van de bodem. Vanwege de coronamaatregelen gelden er wel wat beperkingen in het Museonder. Interactieve installaties kunnen nu niet gebruikt worden, omdat je vanwege het besmettingsgevaar aangegeven wordt dat je de knoppen en zo niet aan moet raken. Desalniettemin is het wel de moeite om tijdens je bezoek aan de Hoge Veluwe een kijkje te nemen in het leerzame Museonder.

14:00 uur – wilduitkijk

Het is vanuit het Museonder 1,8 kilometer naar het Kröller-Müller Museum. Vanwege het gereserveerde tijdslot pakken we een fiets. Lopend is het net iets te ver. Het biedt ons tevens de tijd om een minuut of 7-8 bij de wilduitkijk te stoppen die we passeren. We hebben nog geen zwijntjes of hertjes gezien, dus we hopen hier meer geluk te hebben. Natuurlijk komen de dieren niet op commando aangehuppeld. Zonder dieren gespot te hebben, fietsen we door.

14:15 uur – Kröller-Müller Museum

We zijn precies op tijd bij de entree van het Kröller-Müller Museum. Nadat we onze witte fietsen in de daarvoor bedoelde stalling weggezet hebben, is het ongeveer drie minuten lopen naar het museum. Het Kröller-Müller Museum behoort tot de tien beste musea van Nederland volgens de toonaangevende website top10bezienswaardigheden.nl.

Het bestaan van het Kröller-Müller Museum is te danken aan Helene Müller, de dochter van een Duitse industrieel die trouwde met de Nederlandse zakenman Anton Kröller. Helene was een gedreven verzamelaarster van kunst en wist een groot aantal belangrijke kunstwerken in haar bezit te krijgen, zoals ‘De clown’ van Pierre-Auguste Renoir, ‘Mata Hari’ van Isaac Israëls en ‘De aardappeleters’ van Vincent van Gogh. Het Kröller-Müller Museum bezit overigens de op één na grootste collectie van werken van de Nederlandse impressionist Van Gogh. Het museum opende op 13 juli 1938 zijn deuren op het enorme landgoed waarop het echtpaar Kröller-Müller woonde.

Bij het betreden van het museum geldt er een vaste looproute, zodat bezoekers rond kunnen lopen zonder dat de anderhalvemeterregel overtreden hoeft te worden. Daarnaast met je bij binnenkomst je handen desinfecteren. Het is een geruststellende gedachte dat men hier goed over de situatie na heeft gedacht en er alles aan doet om bezoekers en medewerkers op veilige wijze door het museum te laten bewegen.

We begeven ons zaal voor zaal door het museum. In de zalen waar het net wat drukker is, is het iets lastiger om de anderhalve meter afstand te hanteren. Soms moet je even wachten totdat je een bepaald kunstwerk kunt bekijken, omdat een andere bezoeker er voor staat. Geen probleem, natuurlijk. Ik geniet vooral van de werken van Van Gogh en dan met name zijn landschappen. Ik moet zeggen dat zijn schilderstijl bij landschappen naar mening het beste tot zijn recht komt. Dit maakt Van Gogh tot één van mijn lievelingskunstenaars.

15:00 uur – de beeldentuin

Na drie kwartier lopen we naar buiten. Daar ligt het tweede deel van het Kröller-Müller Museum: de beeldentuin. Dit beeldenpark meer maar liefst 25 hectare, waarmee het tot de grootste beeldenparken van Europa behoort. Het park is in 1961 geopend op een oppervlakte van 4 hectare. In de loop van de tijd hebben er meerdere uitbreidingen plaatsgevonden. Inmiddels staan er meer dan 160 sculpturen van uiteenlopende kunstenaars. De combinatie van kunst en natuur is erg aangenaam, zeker als het enigszins aangenaam weer is zoals vandaag. In een tuin als deze krijgen de sculpturen de ruimte die ze verdienen. Hierdoor komen ze beter tot hun recht.

Ik ben vooral onder de indruk van Jardin d’émail. Dit enorme een beeldhouwwerk is in het jaar 1974 door de Franse kunstenaar Jean Dubuffet gemaakt. Het enorme witte object dat voorzien is van zwarte lijnen is enorm aanwezig. De enorme van polyester gemaakte boom steekt prachtig af bij de blauwe lucht. Echt gaaf om dit in het echt te zien. Je moet overigens wel geluk hebben om het schilderij op te mogen. Jardin d’émail is alleen maar toegankelijk van 1 april tot en met 31 oktober, mits het droog weer is. Bij natte weersomstandigheden is het te glad en daardoor gevaarlijk.

15:30 uur – op de fiets

Het is tijd voor een tweede rondje op de fiets. We stappen weer op een witte fiets om ‘fietsroute 1’ te doen. Dat is een rondje door het noordelijke deel van het park, dat ongeveer 10 kilometer lang is. Het is nog steeds heerlijk weer en al fietsend genieten we van de natuur.

15:55 uur – Jachthuis Sint-Hubertus

Halverwege de fietsroute stoppen we bij het Jachthuis Sint-Hubertus. Dit is een buitenhuis dat tussen 1915 en 1920 gebouwd werd voor het echtpaar Kröller-Müller. Het ontwerp is aan de hand van de beroemde Amsterdamse architect Hendrik Petrus Berlage. Hij is onder andere ook verantwoordelijk voor het ontwerp van de Beurs van Berlage in Amsterdam, het Berlagehuis in Usquert en het Gemeentemuseum Den Haag.

Wat we helaas niet wisten is dat het jachthuis niet vrij toegankelijk is. Je kunt deelnemen aan georganiseerde rondleidingen, waarvan de laatste om half vier vanmiddag was. We zijn dus 25 minuten te laat. Jammer. Een tip voor wie nog naar het Nationaal Park De Hoge Veluwe wil gaan en het Jachthuis Sint-Hubertus wil bezoeken: kijk vooraf op welke tijden de rondleidingen zijn. Dan bewonderen we het bijzondere bouwwerk maar aan de buitenkant.

Persoonlijk vind ik twee elementen in het bijzonder gaaf aan het Jachthuis Sint-Hubertus: dat het gebouw symmetrisch is (hoewel je dat pas goed ziet vanaf de zuidwestelijke kant van de vijver), de centraal geplaatste toren die zorgt voor een bijzondere vorm van het pand en de voormalige hondenkennel die recht tegenover de entree ligt. In combinatie met de twee poorten zorgt het voor een semi-open binnenplein.

Nadat we lekker even een kwartiertje op een bankje aan de bijbehorende vijver hebben gezeten, gaan we weer verder. Aan de zuidwestelijke kant van de vijver maken we nog even een stop. De zon komt mooi door, wat ervoor zorgt dat het gebouw zich van hieraf van z’n beste kant laat zien. De combinatie van water, lelies, baksteen en een fraaie Nederlandse wolkenlucht maken er een fotogeniek plaatje van. Ik grijp dus even mijn kans.

16:30 uur – standbeeld van Generaal de Wet

Terwijl we door een landschap van heide en zand fietsen, zien we aan onze linkerhand in een keer een groot monument staan. Alleen al door de locatie is het een indrukwekkend monument. Het is een standbeeld van Generaal de Wet. Helene Kröller-Müller heeft de Nederlandse beeldhouwer Joseph Mendes da Costa in 1915 om een beeld te maken van de Zuid-Afrikaanse generaal Christiaan de Wet. De Wet wordt als een held beschouwd tijdens de Tweede Boerenoorlog in Zuid-Afrika.

17:00 uur – met de auto verder

De dames zijn het fietsen beu. We parkeren onze tijdelijke fietsen in dezelfde stalling waar we ’s morgens begonnen zijn en lopen in een tweetal minuten naar de auto. Vervolgens rijden we op ons gemakje in zuidelijke richting door het park. Natuurlijk kijken we onderweg nog of we dieren kunnen zien. De realiteit is dat dat vanuit een rijdende auto vrij lastig is. De combinatie van onze snelheid (ongeveer 30-40 kilometer per uur) en angst van de dieren voor rijdende automobielen maken het een lastige missie. Na ongeveer twintig minuten verlaten we via Ingang Schaarsbergen het nationale park. We hebben dorst en gaan op zoek naar een terras.

17:40 uur – biertje in Wageningen

De studentenstad Wageningen ligt op onze route. Waar studenten zijn, daar is drank. Vandaar dat we besluiten om in deze plaats een drankje te doen. We rijden het centrum in en zien op een gegeven moment een paar horecazaken bij elkaar liggen. We parkeren de auto op de eerst mogelijke plek waar dat mogelijk is en betalen daar 40 cent aan parkeergeld. Hier geldt tot 18:00 uur betaald parkeren.

We kiezen voor PROOST!. In plaats van aan de straatkant op het terras plaats te nemen, gaan we in het tuinterras zitten. Wat een fijn plekje, zo. We bestellen allemaal iets te drinken. Op de tap hebben ze Affligem Belgisch Wit. Ik heb met mijn vrouw afgesproken dat zij terugrijdt, dus ik kan een lekker biertje bestellen. Dit wordt hem dus. Het is een lekker fris biertje dat het prima doet tijdens de zomerse temperatuur die nu heerst. Tijdens het drankje geven we alvast onze bestelling door aan onze laatste stop, waar we zometeen naartoe gaan. Zij hebben de voorkeur aan dat je vooraf al bestelt, waarna je bij aankomst direct op het terras kunt gaan zitten. Ik geef via whatsapp onze bestelling en aankomsttijd door. Binnen enkele minuten ontvang ik een bevestiging.

19:30 uur – friet eten

Op het moment dat ik bedacht had om een dagje naar de Veluwe te gaan, kreeg ik het idee om via internet te zoeken of er snackbars op de terugroute lagen die tot de beste snackbars van Nederland gerekend worden. Ik houd wel van een goede portie friet. Via dit artikel kom ik terecht bij de Friterie in Vuren. Als je de beste snackbar van Gelderland genoemd wordt en het rapportcijfer 9 krijgt in de AD Friettest, dan moet je wel wat in je mars hebben. Heb maakt mij in ieder geval nieuwsgierig.

Twee minuten na aankomst hebben we onze bestelling op tafel staan. Er ontbreekt een bakje stoofvlees. Zodra we dat melden, is die zo bij ons gebracht. Het is natuurlijk altijd een kwestie van smaak, maar de friet van de Friterie krijgt van ons amper een zesje. Je ziet de afgelopen jaren een trend ontstaan waarin de frieten steeds robuuster moeten worden. Dat is hier ook het geval. Dikke frieten die net iets de hard aan de buitenkant zijn en aan de andere kant weer te zacht van binnen. Als ik eerlijk ben dan vind ik de frietjes die ik bijna wekelijks zelf met veel liefde snijd, voorbak en een dag later afbak een stuk beter. Meer aardappelsmaak en beter in verhouding. De dames zijn dit volmondig met mij eens. De pindasaus die bij de friet zit krijgt van mij een dikke onvoldoende. Te zoet, te weinig pure pindasmaak en dat verpakt in een substantie die mij niet echt vrolijk doet stemmen. Voor de stoofvlees geldt hetzelfde: ook hier weer te zoet, licht zurig en het vlees is ver te zoeken. Het gebeurt me niet vaak dat een ‘in 12 uur’ verhaal afgesloten wordt met een tegenvallende maaltijd, maar dit keer is dat wel het geval. Gelukkig heb je tientallen of zelfs honderden andere opties om een dagje Veluwe culinair af te sluiten.

20:50 uur – weer thuis

Tegen negen uur ’s avond rijden we onze oprit weer op. Het dagje Veluwe zit er op. We hebben ons weer prima vermaakt in Nederland. Vooral de combinatie van natuur en kunst is er eentje die ons goed bevallen is. Dat het weer vandaag meezit, maakt het helemaal een goede dag. Nadat we de voordeur geopend en de auto afgesloten hebben, springen we achter elkaar de douche in. Dat is wel net zo prettig na zo’n dagje.